Moderne biecht #ihave

De publieke schuldbekentenis van Job Gosschalk van zijn seksueel grensoverschrijdend gedrag is keurig volgens het boekje … althans volgens een boeteboek uit de twaalfde eeuw …

Het bekennen van fouten heeft een lange traditie: in de klassieken (Juvenalis, Seneca), het Boeddhisme en vooral het Christendom.

De biecht ontstond in het vroege Christendom als antwoord op het probleem van de vergeving van nieuw begane zonden. Met de doop van een christen werden hem in principe alle zonden vergeven, maar helaas bleven de christenen ook na de doop zondigen. Door een biecht konden de nieuwe zonden vergeven worden. De biecht werd uiteindelijk een  verplicht kerkritueel.

Er ontstonden zogenaamde “boeteboeken” waarin werd uitgewerkt welke boete bij welke zonde hoorde. (Later werden daar zelfs boetetarieven aan gekoppeld, en deze zouden uiteindelijk ontaarden in de aflaten die de aanleiding waren voor de reformatie.)

Eén van de – anonieme – boeteboeken uit de 12de eeuw maakt onderscheid tussen publieke en privé zonden. Een publieke zonde is een zonde die bekend is aan iedereen en een schandaal heeft veroorzaakt. Voor zo’n soort zonde is het – volgens dit boeteboek – niet genoeg om een privé-biecht af te leggen.

“Le pécheur qui donne du scandale devra réparer ses péchés par une expiation publique; ainsi la communauté chrétienne, scandalisé par les péchés, se laissera flechir en voyant la conversion …” 1

[De zondaar die een schandaal veroorzaakt zal zijn zonde moeten herstellen door een openbare verzoening; aldus zal de te schande gemaakte […] gemeenschap zich kunnen buigen over de bekentenis …]

De schuldbekentenis van Gosschalk – ongetwijfeld ingegeven door het feit dat zijn daden binnenkort in de krant zouden staan – is desalniettemin keurig volgens het – middeleeuwse – boekje. Laten we Job in de beste christelijke traditie vergeven, en bidden voor zijn zielenheil.

  1. C. Vogel – Le pécheur et la penitence au moyen âge – p. 170

Eén antwoord op “Moderne biecht #ihave”

  1. Ha Gijsbert,

    Wat een aardige en actuele gedachtengang, het omgaan en verwerken van “zonden”, fouten dus. Ik ben het met je eens dat we Job “absolutie ” moeten verlenen maar ben je er niet een beetje snel mee. Heeft dat niet tijd en een zekere doorleefdheid nodig ?
    Interessant in dit geval is een opmerking van Beatrice de Graaf, uitgewerkt in een recent boekje en pas te lezen in Trouw. Ze zegt dat juist in deze seculiere tijd het Kwaad als steeds harder en
    compromislozer wordt uitgevent en niet als iets wat jouzelf ook aangaat en daarom collectief “opgelost”dient te worden. In die zin kan Job het nog lastig krijgen,
    Groet,
    Paul.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *