
Onlangs kwam hoogleraar Daphne Stam in het nieuws omdat zij ontslag had genomen bij de TU Delft uit frustratie over het machogedrag van de mannen om haar heen. Het bevestigde wat ik deze zomer hoorde op de cursus feministische filosofie: de strijd van het feminisme is nog steeds nodig. En er valt nog veel te leren van feministische denkers zoals bell hooks, Kate Manne en Audre Lorde (foto).
Om met het begin te beginnen: bell hooks definieert feminisme als volgt:
een beweging die een einde moet maken aan seksisme, seksistische uitbuiting en onderdrukking. 1
Is er dan nog steeds seksisme? Ja. Is er nog steeds seksistische uitbuiting? Ja. Is er nog steeds seksistische onderdrukking? Ja.
De ervaringen van Daphne Stam bij de TU Delft zijn beslist geen uitzondering. Uit de medewerkersmonitor van de TU Delft kwam naar voren dat bijna een kwart van de medewerkers te maken heeft gehad met ongewenste persoonlijke bejegening door collega’s, leidinggevenden of anderen, en het waren vooral vrouwen die daar last van hadden. Vijf mensen die door de Volkskrant werden geïnterviewd (onder wie ook mannen) vertelden dat het voor vrouwen niet eenvoudig is om tegen het ‘old boys network/de machocultuur’ op te boksen. ‘Iemand die zich uitspreekt wordt zelf als probleem ervaren.’ Een mannelijke collega van een andere universiteit zegt: “Dit is helaas systemisch in de academische wereld, niet alleen in de planeetwetenschap en astronomie”
Volgens Kate Manne kun je dit soort sterke reacties op vrouwen alleen verklaren uit vrouwenhaat (misogynie). Manne – een hedendaagse Amerikaanse filosofe – stelt dat misogynie een correctiemechanisme is. 2 Het treedt op als vrouwen hun traditionele rol overschrijden door te ambitieus te zijn of te uitgesproken of te confronterend. Ze krijgen te maken met buitensporige woede, verontwaardiging en vijandigheid. Het is bedoeld om vrouwen terug te drukken in een ondergeschikte, dienende en faciliterende rol.
Hoewel er formeel juridische gelijkheid is tussen mannen en vrouwen is er nog steeds een onuitgesproken rolverdeling, waarbij mannen zich van alles kunnen permitteren en de rolverwachting voor vrouwen is dat zij liefdevol, gevend en faciliterend zijn. Dit is volgens Manne typisch voor het patriarchaat. Vrouwen worden ondergeschikt gepositioneerd ten opzichte van mannen. Misogynie is volgens Manne geen psychologische eigenschap van bepaalde mannen, maar een ‘wetshandhavende’ tak van het patriarchaat. Het dwingt de op gender gebaseerde rolverwachtingen af. Zowel mannen als vrouwen kunnen zich schuldig maken aan misogynie.
Als witte man had ik nooit zelf misogynie ondervonden, tot de week over feministische filosofie, nota bene in het gebouw van de Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW) zelf. Het was zaterdagavond en we waren daar toevallig als enige groep nog aanwezig en stonden ‘s avonds aan de bar nog wat na te praten. Buiten zat een groepje mannen van buiten de ISVW die daar wat dronken. Er zijn in het weekeinde wel meer mensen die niet een cursus volgen maar daar iets komen eten of drinken. Deze groep mannen staarde echter naar ons, maakte grapjes, lachte en staarde steeds weer opnieuw naar ons. Een van ons maakte een opmerking hierover en we beseften dat we onafhankelijk van elkaar allemaal het staren en de vijandigheid hadden gemerkt. Ook ik. Er was niks opmerkelijks aan ons. De vrouwen in ons groepje zagen er niet militant feministisch uit in tuinbroeken of gemillimeterd haar. Alleen dat de mannen wisten 3dat we ons bezig hielden met feminisme was kennelijk voldoende om hun vijandigheid op te roepen. ‘Down girl’ heet het boek van Kate Manne heel passend.
Dit voorval is klein bier vergeleken met dat waar vrouwen mee te maken krijgen, zeker als ze ook nog eens lesbisch of zwart zijn.

Een onthutsend beeld van de haat en de vijandigheid tegen lesbiennes anno nu geeft de Australische comedienne Hannah Gadsby. In de ontroerende show Nanette wordt, door de grappen heen, langzaam duidelijk wat voor verschrikkelijke dingen Gadsby heeft meegemaakt en hoe boos ze is.
De woede deelt ze met Audre Lorde (1934-1992), een zwarte lesbische feministe die opgroeide in het Amerika van de jaren ’40. Lorde was een van de eersten die het fenomeen van intersectionaliteit aan de orde stelde: discriminatie en onderdrukking over meerdere assen, o.a. sekse en ras. Lorde verwoordt op een prachtige manier de enorme woede die ze haar hele leven met zich heeft meedragen.
Iedere zwarte vrouw in Amerika leeft haar leven ergens op een langgerekte curve van oude en onuitgesproken woedes. Mijn zwartevrouwenwoede is een smeltplas in mijn kern, mijn felst bewaakte geheim. Ik weet hoeveel van mijn leven als krachtige, voelende vrouw is doorschoten met dit garen van razernij. Het is een elektrische draad die is meegeweven in elk emotioneel wandtapijt waar ik de kernzaken van mijn leven op zet; een kokendhete bron die elk moment tot uitbarsting kan komen om uit mijn bewustzijn tevoorschijn te spuiten als vuur op het landschap. Hoe ik die woede met precisie moet trainen in plaats van haar te ontkennen is een van de hoofdtaken van mijn leven geweest. (Sister Outsider, 1984)
Hoe terecht deze woede ook is, er wordt van vrouwen niet verwacht dat zij die uiten. Soraya Chemaly laat in Rage becomes her (2019) 4 zien dat er voor het uiten van woede nog steeds andere regels gelden voor vrouwen dan voor mannen. Er wordt meisjes geleerd dat het egoïstisch is om hun woede te uiten en dat ze zich er ongeliefd en lelijk mee maken. Een man die openlijk zijn boosheid uit, kan er op rekenen om serieus te worden genomen en wordt zelfs als krachtig en assertief gezien. Een vrouw die haar boosheid uit wordt ‘irrationeel’ of ‘hysterisch’ of ‘agressief’ genoemd. Er wordt niet meer naar haar geluisterd, maar ze kan wel rekenen op vijandigheid en zelfs woede. Zo ontstaat de paradoxale situatie dat zelfs het uiten van woede over vrouwenongelijkheid weer woede oproept. Misogynie als catch 22.