Eindelijk iets zinnigs over het goede

Een van de onderdelen van de filosofie waar ik altijd veel moeite mee heb, is ethiek. De theorieën over moreel handelen vind ik vaak heel abstract en beperkt tot een logisch probleem.

Vriend Kant spant de kroon met zijn categorische imperatief: ‘handel volgens die maxime waarvan je kunt willen dat zij tot algemene wet verheven kan worden’. Heel kort uitgelegd: als je zelf liegt en steelt, dan kun je – logisch gezien – niet willen dat dat een algemene wet wordt waarbij iedereen dat doet, omdat je dan zelf ook bestolen wordt en niemand er iets mee opschiet. Het heeft me altijd verbaasd hoe serieus dit werd genomen in de filosofie. Zelfs nu nog, zie dit recente artikel van een ethicus in Filosofie Magazine. Menen die filosofen nu echt dat mensen zich door dit soort logica zouden laten leiden?

We hebben toch wel iets bijgeleerd sinds de tijd van Kant? De psychoanalyse van Freud en Jung heeft, dacht, ik wel afdoende duidelijk gemaakt dat ons bewuste handelen maar een heel zwak scheepje is op de woelige baren van onbewuste drijfveren. De moderne psychologie bevestigt dat met onderzoek waarin aangetoond wordt dat beweegredenen later komen dan keuzes en handelingen. En dan is er natuurlijk ook Nietzsche met het bloot leggen van het machtsspel achter de moraal en de relativering van goed en kwaad. Eigenlijk worstelen we nog steeds met de erfenis daarvan. De rationalistische theorieën hebben totaal afgedaan, en de hele ethiek komt daarmee op losse schroeven te staan. Is er nog wel zoiets als het goede?

Ik denk dat ik een nieuw beginnetje heb ontdekt in onverwachte – Angelsaksische – hoek, namelijk bij Iris Murdoch. De meesten zullen haar kennen als romanschrijfster, maar ze was ook filosofe. Ze betoogt in De soevereiniteit van het goede dat er een plaats is voor “een soort contemplatie van het Goede. Niet alleen door toegewijde experts, maar ook door gewone mensen” (op de hoofdletter kom ik een andere keer nog terug)1. Het gaat volgens haar niet alleen om het “plannen van goede daden”, maar ook – en vooral – om aandacht en liefde. Ze geeft als voorbeeld een moeder die moeite heeft met haar schoondochter 2. Ze vindt haar schoondochter in eerste instantie luidruchtig, oppervlakkig en zelfs ordinair. Maar de moeder dwingt zichzelf om zich netjes en vriendelijk te gedragen, en bovendien probeert ze haar eigen oordelen te onderzoeken. Ze ontdekt dat de schoondochter als je het op een ietsje andere manier bekijkt misschien wel ‘gewoon’ vrolijk, spontaan en levendig is. Door dit innerlijk onderzoek komt ze tot een herziening van haar aanvankelijke oordeel. Zelfs al leidt dit niet tot een verandering in het gedrag van de moeder is er volgens Murdoch toch sprake van een morele verandering.

Ik vind dit – ondanks het typische Engelse ervan – een interessant voorbeeld omdat het de dagelijkse werkelijkheid van goed en kwaad zichtbaar maakt. We hoeven niet dagelijks te besluiten of we een dikke man voor de tram gooien (Het zogenaamde trolleyprobleem uit de ethiek), maar we hebben wel elke dag dit soort menselijke conflicten. In hoeverre zijn die moreel/ethisch? En heeft filosofie daar iets aan bij te dragen?

Volgens Murdoch is de confrontatie van de moeder met haar schoondochter “een oneindige morele opgave” en ze verbindt de morele opgave met het begrip aandacht.

"Het begrip aandacht heb ik van Simone Weil geleend. Ik gebruik het om het idee van een rechtvaardige en liefdevolle blik gericht op een individuele werkelijkheid uit te drukken. Ik geloof dat dit de actieve morele actor op de juiste manier kenmerkt" (SvhG, p. 50)

Het voorbeeld dat Murdoch gebruikt komt misschien een beetje rationalistisch en academisch over (in haar romans is ze veel overtuigender). Ze expliciteert bijvoorbeeld niet de mate van betrokkenheid. Voor haar is het waarschijnlijk evident dat de moeder het beste met haar zoon en schoondochter voorheeft en dat er haar veel aan gelegen is om de verhoudingen goed te houden. Ze beschrijft ook niet uitgebreid de oordelen die de moeder heeft en het ‘onderzoek’ dat de moeder doet. Dat kan misschien een vrij droge exercitie lijken, maar ik stel me voor dat dat met vrij intense en lastige gevoelens gepaard gaat. Toch is de kern van wat Murdoch beweert volgens mij duidelijk. Morele problemen zijn niet alleen puzzles voor het logisch denken, die je kunt oplossen of wegredeneren. Het zijn concrete persoonlijke dilemma’s waar je als individu gevoelsmatig betrokken bij bent en waar je iets te doen hebt.

Dat miste ik bij veel ethische theorieën.