
In mijn studententijd hadden we er allemaal last van, leek het. Spleen. Ik weet niet of dat nu nog zo is. Ik kan me voorstellen van wel in het isolement van de Corona lock down.
Ik herinner me K. die bij mij in m’n studentenkamertje van drie bij drie Les Fleurs du mal van Baudelaire uit de boekenkast trok en er op stond me een bepaald gedicht voor te lezen. In het Frans – zo erudiet waren we toen.
Quand le ciel bas et lourd pèse comme un couvercle
sur l'esprit gémissant en proie aux longs ennuis ...
Ik herinner me nog zijn gedrevenheid, die misschien een beetje pathetisch was, maar ook mooi dat hij het gedicht zo uit de bundel plukte: een iets te dikke jongen van twintig die zich schaamde voor zijn lichaam en altijd met zijn neus in de boeken zat. (Het kwam later allemaal goed met hem.)
Wanneer de lucht ons neerdrukt als een laag plafond,
en zuchtend onze geest slechts onlust mag verwachten,
wanneer vanuit de ronding van de horizon
een zwarte dag aanvloeit, nog triester dan de nachten;
Wanneer de aarde in een klam cachot verkeert,
waarin de hoop, gelijk een vleermuis opgesloten,
met een beschroomd gefladder langs de wanden scheert
om aan de wrakke zoldering haar kop te stoten;
wanneer de regen zijn immense strepen trekt
en van 't gevang de tralies lijkt te imiteren,
wanneer een volk van spinnen, woordeloos, abject
zich opmaakt om ons brein met webben te stofferen,
Dan springt een barst in carillons, hoog in de lucht,
waardoor ze jammerlijk gehuil ten hemel dragen,
zoals er mensen zijn, op drift, hun land ontvlucht,
die plotseling heel dwars onstuitbaar kunnen klagen.
- Een stoet van koetsen, zonder rouwtrom of muziek,
trekt langzaam door mijn ziel; de hoop zinkt snikkend neder,
verslagen, nu de barre zielsangst tiranniek
zijn zwarte vlag plant op mijn diep gebogen schedel.
Nu ik het gedicht weer lees, verrast me de overeenkomst met sommige van mijn eigen gedichten toen. Kende ik dit al? Of liet K. het mij lezen naar aanleiding van iets wat ik geschreven had? Maakt ook niet uit. Het leven voelt soms zo en Baudelaire verwoordt het magnifiek.
Bron: Charles Baudelaire. De bloemen van het kwaad – vertaald door Peter Verstegen.
[bws_google_captcha]
Prachtig gedicht, heerlijk over the top, maar dat mag je misschien niet zeggen als het Baudelaire betreft. Of misschien getuigt dat oordeel enkel van mijn onsplenigheid dezer dagen…
De setting met ‘K’ meen ik wel te herkennen. Waarschijnlijk woonde ik indertijd in het aangrenzende kamertje van 3×3, waar ik eerder Baudrillard dan Baudelaire las. Les fleurs du mal stond ook in mijn boekenkast (verjaardagscadeau van K), maar ongelezen – mijn Frans was niet goed genoeg, al durfde ik dat natuurlijk niet toe te geven toen.
Wie is overigens de vertaler van bovenstaande?
Klopt helemaal Marco.
Ik denk nu zelfs dat K. naar jouw kamer liep en de Baudelaire daar uit de kast trok om dat aan mij voor te lezen 🙂
Toevallig herlas ik afgelopen week Nescio. Vergelijkbaar levensgevoel:
“De koele wind woei om ons heen. De zee ruischte klagend, de zee, die klaagt en weet niet waarom. De zee spoelt verdrietig aan ’t land. Mijn gedachten zijn een zee, ze spoelen verdrietig aan hun grenzen.
Een nieuwe tijd zou aanbreken, nog konden wij groote dingen tot stand brengen. Ik deed mijn best ’t te geloven, héél erg mijn best.”
Stond toen ook al in diezelfde boekenkast.
spleen … zie ook Weltschmerz 😉
plant een witte vlag op je schedel
Rond is het schedeldak
sterk als de schaal van een ei
aanvaard het leven
in al zijn dimensies
en leef
opdat het leven geen pijn (meer) doet.
En bekijk de vogel zoals Herman Hesse
De vogel
uit het ei.
Klaar voor de wereld
met al zijn gebreken
aanvaard
het ei