
Mijn vader wil niet meer bewegen. Hij is 85 en hij heeft veel fysieke klachten. Artsen proberen hem zoveel mogelijk te laten bewegen, maar dat doet pijn en hij kan zichzelf er niet echt toe zetten. Geen beweegredenen, letterlijk en ook figuurlijk al heel lang niet meer.
Toen ik hem opzocht in het ziekenhuis waar hij nu ligt vanwege een urinewegontsteking voelde ik een intens medelijden met hem. Daar in het grote ziekenhuisbed lag hij bijna verdwaald als foetus met grijze haren. Gekoppeld aan de slangen voor zuurstof, voeding, antibiotica en de hartmonitor. Maar … zo ziek als hij was maakte hij grapjes. Voor het eerst sinds weken. Over dat hij de laatste tijd veel verhuist. Best geestig gezien zijn verkassing onlangs naar een aanleunwoning in een verzorgingshuis.
Pas later thuis drong langzaam het besef door dat mijn medelijden niet helemaal passend was omdat dit eigenlijk precies is wat hij wil: zonder pijn in bed liggen, een beetje televisie kijken en non-stop verzorgd worden. Voor mijn vader is dit nu ideaal. Hij krijgt vierentwintig uur per dag alle zorg en aandacht die hij wil en hij hoeft helemaal niets meer. In het verzorgingshuis werd hij elke ochtend uit bed gelicht, moest hij zich aankleden en proberen zoveel mogelijk zelf op te staan en naar de zaal komen om te eten, of op zijn minst aan tafel gaan zitten. In het ziekenhuis hoeft dat allemaal niet. Ze reiken hem zelfs een bakje yoghurt in zijn foetushouding aan. En de jonge leerlingverpleegster moet lachen als hij het “koud en zuur” vindt en om suiker vraagt en ze gaat het zonder dralen halen. Wie kan hem kwalijk nemen dat hij dit prefereert?
Helaas zal het ziekenhuis hem niet heel lang meer op deze manier blijven verzorgen. Ze zullen hem weer tot bewegen proberen aan te zetten en hij zal weer ergens anders heen moeten. De vraag is waarheen? Wie kan hem bieden wat hij wil? Mijn moeder niet. Zij is drie jaar geleden overleden. Wij als kinderen ook niet – wij doen ons best, maar wij hebben onze eigen levens en beperkingen.
Ik vind het heel lastig dat hij geen andere wensen meer lijkt te hebben dan als een soort grote baby verzorgd en vertroeteld te worden. Ik kan me heel moeilijk voorstellen dat je niet nog bepaalde mensen wil zien, bepaalde plekken bezoeken, bepaalde dingen doen, bepaalde dingen horen. Alle beweegredenen lijken opgedroogd bij hem. Ik weet niet zo goed of dat nu meer in het algemeen de tragiek is van de ouderdom of de tragiek van mijn vaders leven.