Iets verkeerd doen is meestal geen losstaande eenmalige kapitale fout, maar eerder een reeks van kleine misstappen en vergissingen die elkaar versterken. Hoe voorkom je dat het leidt tot kwaad en erger?
Een eenvoudig en relatief onschuldig voorbeeld is hoe snel je iemand tegen je in het harnas kan jagen die je niet kent. Op een feestje met een aantal onbekenden spreek je onwillekeurig vooral degenen die je aardig lijken, maar soms vermijd je ook doelbewust iemand. Als je dan bij een volgend feestje dat weer doet en net doet of je die persoon niet herkent, dan kan het het de ander op gaan vallen. En als je dan bij de daarop volgende gelegenheid iemand niet begroet en niet met hem praat, begint het voor de ander op negeren te lijken en kan het zijn dat je zijn antipathie hebt gewekt. Zo is het mij wel gebeurd dat ik met een reeks van drie of vier van dit soort gedragingen me de blijvende antipathie van iemand heb verworven. En terecht: genegeerd worden, is- sociaal gezien – een van de ergste dingen die er is.
Er zijn meer fouten die bestaan uit zo’n reeks van gedragingen die relatief onschuldig beginnen, maar alles bij elkaar steeds ernstiger worden. Voor allemaal geldt: hoe verder je in het proces bent, hoe moeilijker het wordt om het te doorbreken. In een situatie als de bovenstaande kostte het me heel veel moeite om na zo’n reeks van akkefietjes alsnog een goede relatie met iemand op te bouwen. Hoe voorkom je nu dat je in zo’n negatieve spiraal terecht komt?
Het Chinese Taoïsme heeft een aardig beeld voor het geschetste proces: de Terugkeer – een hexagram uit de I Tjing.
De I Tjing is een klassieke Chinese tekst waarvan de oudste gedeeltes al ontstaan zijn ca. 1000-750 voor Christus. De oudste complete versie zoals wij die nu kennen is overgeleverd uit de 3de eeuw na Chr. Het boek kan gebruikt worden als orakelboek om raad te krijgen bij vragen. 1 Het is echter ook een wijsheidsboek dat een van de bronnen is van het Taoïsme. Ik weet dat vertalingen van dit soort oude boeken uit een andere cultuur een heikele zaak zijn. Ik volg hier de vertaling van Richard Wilhelm. 2
Foe – De Terugkeer (of het keerpunt) beschrijft de terugkeer na een periode van duisternis, maar ook het terugkeren op je schreden na gemaakte fouten. Ik denk dat je de zes afzonderlijke lijnen van het hexagram kan zien als verschillende stadia in het omgaan met fouten.
Bij het commentaar op de eerste lijn staat: “kleine afwijkingen van het goede zijn niet te vermijden. Men moet alleen tijdig omkeren, voordat men te ver is gegaan”. De tweede lijn spreekt van “Rustige terugkeer”. “Voor ommekeer is altijd een besluit nodig. Het is een daad van zelfoverwinning.” De derde lijn duidt de situatie aan dat er sprake is van een zekere “innerlijke onbestendigheid” waardoor men voortdurend van het goede afraakt, en steeds weer terug moet keren. De vierde lijn beschrijft dat men alleen terugkeert en zich daarbij losmaakt van anderen die wel blijven volharden in hun gedrag en de vijfde lijn duidt de koninklijke weg aan, de grootmoedige terugkeer:
“Als de tijd voor de ommekeer gekomen is mag men zich niet achter kleingeestige uitvluchten verschuilen, maar moet men bij zichzelf te rade gaan en onderzoeken hoe het er van binnen uitziet. Heeft men iets verkeerds gedaan dan moet men een grootmoedig besluit nemen en zijn fouten afleggen.”
Het interessante aan deze manier van het kijken naar fouten is, dat het minder zwart-wit is dan wij in het Westen geneigd zijn te doen. Dezelfde handeling is voor de Chinese traditie niet altijd goed of fout, het hangt af van de situatie. Het lijkt bovendien ruimte te laten voor afwijkingen van het goede pad en geeft aanwijzingen voor het herstel daarvan. Hoewel ook de I Tjing in de zesde lijn van de Terugkeer waarschuwt dat men niet het juiste moment voor de terugkeer moet missen. Het onheil dat dan volgt heeft men ook volgens de Chinezen wel degelijk aan zichzelf te danken.
Grappig, het Joodse geloof ken het begrip “tesjoewa”. Daarin komen berouw en ommekeer samen, Hans Korteweg schrijft er uitgebreid over in zijn Zonder Einde. Daar lees ik ook dat men in die cultuur een collectieve tesjoewa-periode kent, de tien dagen na het nieuwjaarsfeest tot de Grote Verzoendag, Jom Kippoer. En dan zijn we ineens dichtbij huis want zijn onze goede voornemens voor het nieuwe jaar daar niet een afspiegeling van ?