De grote tegenstander

Vorige week is Daniel Dennett overleden (19 april 2024), een beroemd Amerikaans filosoof.

Ik had een paar maanden geleden het twijfelachtige genoegen een weekeinde lang ondergedompeld te worden in zijn gedachtengoed. Zelden ben ik het zo oneens geweest met iemand, desalniettemin een tegenstander van formaat.

Dennett werd bekend door het boek The Mind’s I dat hij samen met Douglas Hofstadter schreef. Later had hij veel invloed met Consciousness explained. In Nederland kwam hij in de jaren ’90 uitvoerig aan het woord in de televisieserie “Een schitterend ongeluk” van Wim Kayzer. In de serie ging hij o.a. in discussie met de neuroloog Oliver Sacks en de bioloog Stephen Jay Gould – naar wie hij een denkfout vernoemde: “Goulding”1.

Dennett is een typische vertegenwoordiger van de Angelsaksische filosofie, die wordt gekenmerkt door een logisch/wetenschappelijke manier om filosofische problemen te benaderen. De Angelsaksische filosofie zet zich af tegen de continentale filosofische traditie van Hegel, Heidegger, en de postmodernisten. Waar de continentale filosofie diep in gaat op metafysische vragen als: wat is zijn (Heidegger), benadert de Angelsaksische filosofie filosofische vragen op een meer analytische manier. Dit perspectief is soms heel verhelderend en verfrissend. Over de vraag wat is bewustzijn is bijvoorbeeld al veel over nagedacht, maar Dennett vraagt: wat is het evolutionair nut ervan? Waarom hadden de aapachtigen met bewustzijn betere overlevingskansen dan de aapachtigen zonder? Goede vraag!

Een andere tak van sport waarin Dennett met de Angelsaksische filosofie uitblinkt, zijn gedachtenexperimenten. Een beroemd en actueel voorbeeld is de Chinese kamer van John Searle.

Het gedachtenexperiment gaat als volgt: stel je voor dat iemand in een kamer briefjes in het Chinees krijgt waarop hij moet antwoorden ook al spreekt hij geen woord Chinees. Hij heeft in de kamer wel de beschikking over een enorme antwoordtabel waardoor hij weet dat als hij een briefje met de symbolen ABC binnen krijgt, hij kan antwoorden met de symbolen XYZ. De persoon buiten de kamer krijgt dus perfect zinvolle antwoorden in het Chinees en zal aannemen dat de persoon in de kamer Chinees spreekt.

ChatGPT lijkt erg op de Chinese kamer. Searle gebruikte dit gedachtenexperiment al in de jaren ’90 om aan te tonen dat het kan lijken of een systeem (De Chinese kamer) betekenis begrijpt, terwijl dat niet zo is. Searle wilde bewijzen dat Kunstmatige Intelligentie onmogelijk is: zelfs al lijkt het zo, kunstmatige intelligentie “denkt” niet op dezelfde manier als wij mensen. Dennett bestrijdt dit te vuur en te zwaard. Hij is er van overtuigd dat kunstmatige intelligentie in principe mogelijk is, en dat er AI-systemen zouden kunnen zijn die betekenis begrijpen op dezelfde manier als wij mensen dat doen.

Het bezwaar van de Angelsaksische filosofie in het algemeen en Dennett in het bijzonder vind ik dat alle menselijke problemen worden benaderd vanuit een analytisch derde persoonsperspectief. Dennett c.s. willen mentale verschijnselen zoals gevoelens, gedachten, dromen en intenties alleen serieus nemen vanuit een onpersoonlijk/wetenschappelijk perspectief. Een subjectieve maar zeer reële menselijke ervaring als angst, is voor Dennett alleen relevant als er waarneembare omstandigheden en waarneembaar gedrag is. Angsten hebben voor hem uiteindelijk altijd een relatie met uiterlijk reëel gevaar.

Mij lijkt dit perspectief veel te beperkt. Ten eerste zullen er altijd vragen blijven waar we als mensen over na blijven denken zonder dat er een logisch/wetenschappelijk bevredigend antwoord op zal komen, bijvoorbeeld de beroemde vraag van Leibniz: waarom is er iets en niet niets? Ten tweede is het denk ik onmogelijk om ethische problemen en conflicten over normen en waarden met alleen het analytisch/logisch instrumentarium op te lossen. En ten derde – en dat zie ik als het grootste gevaar van deze benadering – het is nogal een verarming van het geheel van de menselijke ervaring. Op een bepaalde manier is het precies de instrumentalisering van het denken waar Heidegger en andere continentale filosofen al vanaf de jaren ’30 voor waarschuwen. En de tragiek is dat de beide manieren van denken nu helemaal los gezongen zijn van elkaar. Twee Nederlandse universitaire docenten filosofie die zich dagelijks bezig houden met Dennett en de Angelsaksische filosofie bekenden bij de borrel niets van Heidegger weten.

Dennett hield altijd een brede open blik. Hij blonk uit in het helder analyseren en uitleggen van ingewikkelde problemen. En hij gaf zeer overtuigende contra-intuïtieve verklaringen voor verschijnselen als bewustzijn en vrije wil. Een uitdaging van formaat.

  1. De eerste variant van Goulding is eigenlijken. Een manier om iemand snel en soepel langs een vals dilemma te loodsen. ‘het is niet zo dat blablabla, zoals de orthodoxen je willen doen geloven, maar het is eigenlijk zus-en-zo, wat iets totaal anders is’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *