ik ben de nacht, het zwart dat je niet ziet, het oogwit bezwerend. ik ben het kwaad de niet te delgen schuld de dood die mij verlangt ik heb geen stem, geen adem ook mijn spreken is een zwijgen, de lucht in mijn longen leegte. ik ben eenzaam de verdwaalde dode in een land waar men alleen leven mag ik ben de onmacht die heerst een blindganger onder het bed soms wil ik iets zeggen, maar dan is het mij vergeten en laat mij staan als een doods hoofd zonder mond maar vol met tanden